Een Duitse legertruck stopt binnenkort voor de deur van Henk Bos om archeologische voorwerpen in beslag te nemen die het duikteam De Zeester uit een Duits WOI-wrak haalde. Dit meldt advocaat Jan Maarten Pol van het Groningse duikteam dat sinds drie jaar overhoop ligt met de Duitse staat over archeologische voorwerpen uit het scheepswrak van de Duitse kruiser Mainz. De kruiser zonk tijdens de Eerste Wereldoorlog tijdens de Slag bij Helgoland, een Duits eiland in de Noordzee.
Dagblad van het Noorden (meer foto’s)
7-9-2018 – Frank von Hebel
De Duitse overheid liet beslag leggen en dreigde met juridische procedures. Pol: ,,Het is erg complex van wie dat wrak nu precies is, want het toenmalige Duitse keizerrijk moest na de oorlog haar vloot aan de geallieerden overhandigen. Ik ben erg benieuwd met welk oordeel een rechter was gekomen, maar dan zijn we drie jaar en duizenden euro’s verder. Dit is voor iedereen de beste oplossing.’’
Hoe het begon
Juni 2015. Het schip De Zeester met als thuishaven Lauwersoog dobbert in de warme zon op de Noordzee nabij het Duitse eiland Helgoland. Henk Bos van het duikteam dat de naam van het schip draagt trekt zijn pak aan. Beneden ligt het wrak van een oorlogsschip dat ze in 2004 ontdekten, maar ze weten nog steeds niet welk schip het is.
Tijdens de Slag om Helgoland, de eerste zeeslag van de Eerste Wereldoorlog, brachten de Engelsen een aantal Duitse kruisers tot zinken. Misschien komen ze er vandaag achter.
Kapitein Klaas Koch laat een lijn 35 meter naar beneden vallen, die twee duikers aan het wrak vastmaken. Bos klautert overboord en trekt zich via de lijn naar de zeebodem. Het water is 18 graden en voelt warm. Na een minuut is hij beneden. Hij heeft ongeveer 25 minuten voor zijn zoektocht en dan moet hij weer naar de oppervlakte.
Voorzichtig tast hij in het rond. Het zicht is ongeveer zes meter. Hij ziet krabbetjes en kreeftjes. Na tien minuten ontdekt hij een kanon, bedekt door een visnet. In het net hangt iets. Hij zwemt dichterbij en betast het voorwerp. Een richtkijker! Waarschijnlijk door het visnet van het kanon getrokken. Misschien levert die een aanwijzing welk schip hier ligt.
Voorzichtig snijdt hij het los en zwemt weer naar boven. Op het dek maakt hij de kijker schoon en onder het kalk komen cijfers tevoorschijn. Er staat: 10,5 centimeter. Hij grijnst. Welk schip had kanonnen van 10,5 centimeter? Hij weet het antwoord. De Mainz! Het is dan wel geen doorslaggevend bewijs, maar toch. Ze maken foto’s en zetten die op Facebook.
En daarmee begon de ellende.
Duitse justitie eist spullen terug die Gronings duikteam uit wrak van Duitse kruiser haalde
Drie jaar later ligt de richtkijker in een kartonnen doos die Bos in zijn woning in Uithuizen bewaart. Bos: ,,Woensdag komt er een Duitse legertruck voorrijden om alle spullen op te halen die we uit De Mainz hebben gehaald. In totaal gaat het om zeven voorwerpen. Zeven! Waar gaat het nou helemaal om?’’ Een truck voor zeven voorwerpen? ,,Er zit ook een kanon bij.’’
De Duitse staat eist de voorwerpen terug. Die behoren aan Duitsland en zijn bovendien illegaal verkregen, zo luidt de redenering. De eerste eis van Duitse zijde kwam drie jaar geleden. ,,Een Duitse archeoloog had de foto’s op Facebook gezien en trok bij de overheid aan de bel’’, vertelt Klaas Koch. Hij draagt een donkerblauw poloshirt waarop ‘kappie’ en ‘Zeester’ staat.
,,Die man beweerde dat de Duitse wrakken door de Nederlanders werden leeggeroofd. Het zou grafschennis zijn. Pfffffffff. Alsjeblieft zeg.’’ Bos rolt met zijn ogen en leunt naar voren. ,,Grafschennis? Tijdens de Slag om Helgoland werd ook De Cöln tot zinken gebracht. Daarbij kwamen honderden mannen om het leven. De Duitse overheid kon het ijzer goed gebruiken en haalde delen van het wrak eind jaren zeventig met veel geweld omhoog. Daarna verwerkten ze het tot schroot. Maar wij breken helemaal niks af. Wij nemen wel spullen mee, maar die komen niet op onze zolderkamers terecht. Die spullen komen terecht in onze doorlopende expositieruimte in restaurant Het Booze Wijf in Lauwersoog. Maar desgevraagd geven we ook voorwerpen in bruikleen aan musea.’’
‘Ze doorzochten zelfs de kamer waar onze kleinkinderen op dat moment logeerden’
Het duikteam gaat in gesprek met de Duitse staat. Bos: ,,We wilden de spullen wel teruggeven, maar we stelden wel een paar voorwaarden. Zo wilden we onder meer dat ze in een museum zouden komen. We hadden al een poos niks meer van ze gehoord tot in mei, dit jaar. Ik was op mijn werk en ik kreeg een telefoontje van mijn vrouw. Of ik zo snel mogelijk wilde komen, want er zaten een politie-agent en een deurwaarder op me te wachten. ‘Waar zijn de spullen?’ vroegen ze. Tja, ik wist op dat moment ook niet precies welk lid van ons duikteam welke spullen had. Nou, ze hebben overal gekeken. Ze doorzochten zelfs de kamer waar onze kleinkinderen op dat moment logeerden. De deurwaarder snuffelde nog in de bosjes in de tuin. Misschien dat het kanon daar lag. Serieus.’’
Alle spullen liggen nu bij hem, behalve het kanon. In een van de dozen ligt ook een roestige dolk met een plastic heft. Bos: ,,Het lijkt me sterk dat die uit de Eerste Wereldoorlog komt, maar dat ding lag in De Mainz dus dat willen ze ook hebben. Prima hoor.’’ Koch wijst naar een verroeste duikhelm. Koch: ,,Echt een bijzonder ding. Dat is een ontsnappingshelm. Als het schip zonk, kon je die opzetten en dan had je voor vijf minuten lucht om naar de oppervlakte te zwemmen. Zonder ons lag die nou nog steeds beneden, maar nu komt hij in een museum in Dresden terecht. En dat is ook alles wat we wilden. Dus uiteindelijk zijn we blij met deze afloop, maar ik snap niet waarom ze het zo hebben aangepakt.‘’
Bos knikt. ,,Dit hele gedoe kost ze duizenden en duizenden euro’s. Als ze het ons nou gewoon vriendelijk hadden gevraagd dan hadden ze die spullen gewoon mee kunnen krijgen.‘’
One comment
Comments are closed.